Lipidenmanagement (CVRM)

Lipidenmanagement is een cruciaal onderdeel van het cardiovasculair risicomanagement (CVRM). Het doel is om de waarden van lipiden, zoals LDL-cholesterol, in het bloed te verlagen om het risico op hart- en vaatziekten te verminderen. Dit kan worden bereikt door een combinatie van leefstijlveranderingen en medicamenteuze behandelingen.11. CVRM-richtlijn 2024: https://richtlijnendatabase.nl/richtlijn/cardiovasculair_risico- management_cvrm/samenvatting_richtlijn_cardiovasculair_risicomanagement.html. Geraadpleegd op 24 september 2024.

Lipidenverlagende therapie

Er zijn verschillende behandelingsopties beschikbaar voor het verlagen van LDL-cholesterol, waaronder:
 logincta logincta

AmgenPro is uitsluitend bedoeld voor professionele zorgverleners in Nederland

Log in met uw AmgenPro account voor toegang tot content. Of maak een account aan met BIG-nummer en ontdek alle voordelen.

Leefstijlveranderingen voor het verlagen van LDL-cholesterol
Leefstijlveranderingen zoals een gezond dieet, voldoende lichaamsbeweging en stoppen met roken zijn essentieel om het risico op hart- en vaatziekten te verlagen. Een dieet rijk aan groenten, fruit, en vezels helpt het cholesterolgehalte te verbeteren, terwijl 150 minuten per week matige lichaamsbeweging de bloeddruk en bloedsomloop verbetert. Stoppen met roken vermindert de kans op atherosclerose aanzienlijk, aangezien roken bloedvaten beschadigt en het risico op hartaanvallen verhoogt.1,2
Het werkingsmechanisme van statines, ezetimibe en PCSK9-remmers op het LDL-cholesterol in de lever
©2024 Werkingsmechanisme lipidenverlagende medicatie

Lipidenverlagende medicatie
Statines verlagen het cholesterol door de aanmaak van cholesterol in de lever te remmen via blokkade van het HMG-CoA-reductase-enzym. Dit leidt tot een verhoogde opname van LDL-cholesterol door de lever, waardoor de LDL-waarden in het bloed dalen.3
Ezetimibe remt de opname van cholesterol in de dunne darm, waardoor er minder cholesterol in de bloedbaan terechtkomt. Het vermindert voornamelijk het LDL-cholesterol en wordt vaak gecombineerd met andere orale lipidenverlagende therapie voor een additionele LDL-cholesterol verlaging.3
PCSK9-remmers: Deze klasse van medicijnen verlaagt het LDL-cholesterol door de afbraak van LDL-receptoren te verminderen.1 Hierdoor blijven er meer LDL-receptoren beschikbaar om cholesterol uit het bloed te halen, wat leidt tot een verdere verlaging van LDL-cholesterol.3
  • Repatha® (evolocumab)6 is een van deze PCSK9-remmers.
  • In januari 2024 is de vergoeding van Repatha® uitgebreid naar patiënten met hypercholesterolemie en vastgestelde atherosclerotische hart- en vaatziekten, zoals gedefinieerd in de vigerende CVRM-richtlijn, die de LDL-cholesterol streefwaarde niet bereiken met maximaal verdraagbare orale lipidenverlagende therapie.1,4-6
Het is belangrijk om patiënten met verhoogde LDL-cholesterolwaarden tijdig te behandelen om het cardiovasculair risico te verlagen.1 Door een holistische benadering te hanteren, kunnen zorgverleners de cardiovasculaire gezondheid van hun patiënten aanzienlijk verbeteren.

Andere belangrijke aspecten van
lipidenmanagement

Lipidenmanagement omvat meer dan alleen de benoemde behandelmogelijkheden. Naast leefstijlveranderingen en medicamenteuze behandelingen, zijn er verschillende andere aspecten die belangrijk zijn voor een effectief lipidenmanagement:1
  1. Diagnostiek en Monitoring: Regelmatige controle van het lipidenspectrum in het bloed is essentieel om de effectiviteit van de behandeling te beoordelen en aanpassingen te maken indien nodig.
  2. Patiënteneducatie: Het informeren van patiënten over de risico’s van hoge cholesterolwaarden en het belang van therapietrouw kan bijdragen aan betere behandelresultaten. Bekijk bij materialen en services voor ondersteuning bij het geven van patiënteneducatie.
  3. Risicostratificatie: Het bepalen van de hoogte van het cardiovasculair risico helpt bij het bepalen van de intensiteit van de behandeling. Bekijk www.u-prevent.nl voor meer informatie over risicostratificatie op patiëntniveau. Hulp nodig bij de identificatie van patiënten met een (zeer) hoog cardiovasculair risico? Bekijk dan de HIS-flyer voor meer informatie.
  4. Multidisciplinaire Aanpak: Samenwerking tussen verschillende zorgverleners, zoals cardiologen, internisten en verpleegkundig specialisten/physician assistants, kan zorgen voor een holistische benadering van lipidenmanagement. Inzicht in data over het CVRM-zorgpad is daarbij essentieel. Bij Amgen ondersteunen we vernieuwende data-initiatieven die kunnen bijdragen aan betere uitkomsten voor patiënten. Een voorbeeld hiervan is de CVRM-benchmark. De CVRM-benchmark maakt inzichtelijk in hoeverre risicofactoren van de patiëntenpopulatie in een ziekenhuis bekend zijn en of streefwaarden behaald worden.
  5. Genetische Screening: Voor sommige patiënten, zoals die met Familiaire Hypercholesterolemie (FH), kan genetische screening nuttig zijn om de juiste zorg te bepalen. Stichting LEEFH coördineert het DNA-onderzoek bij patiënten met FH. Door deze verschillende aspecten te integreren, kunnen zorgverleners een uitgebreide en effectieve strategie voor lipidenmanagement ontwikkelen die verder gaat dan alleen medicamenteuze behandelingen.1